De techniek
Bij handbal heb je een veel uithoudingsvermogen nodig. Je moet hard kunnen sprinten, en hard kunnen rennen. Als handballer moet je in de wedstrijd telkens aanspeelbaar zijn, en je moet goed kunnen vrijlopen. Je hebt verschillende manier om te gooien: de strekworp, heupzwaaiworp en de valworp. Als je probeert te scoren kan dat op verschillende manieren: Met een sprongworp; je springt in de lucht en komt zo boven de verdediging uit. Je kan ook scoren met een schuinbeweging: je probeert langs de verdediging te komen.
Geschiedenis van handbal
Handbal is begonnen bij de oude Grieken. Later ging dat verder in Frankrijk. Zoals handbal nu is, is het nog een jonge balsport, maar door heel de wereld is het bekend. Eerst was handbal alleen bedoeld voor vrouwen, maar ook later deed de man ook aan handbal. Veldhandbal is in Duitsland ontstaan, en zaalhandbal kwam uit de Scandinavische landen. In 1972 werd zaalhandbal een echte olympische sport.
Verschillende soorten handbal
Je hebt verschillende soorten handbal: veldhandbal, zaalhandbal en beachhandbal. Veldhandbal wordt gespeeld op het veld, je speelt buiten met precies dezelfde regels als binnen. Zaalhandbal is binnen je speelt in een overdekte zaal, en alle officiele regels moeten hier worden gebruikt. Beach handbal is een speciale soort handbal, je speelt hier op het strand, het is hetzelfde als veldhandbal, alleen is beachhandbal een stuk zwaarder in het zand. In dit filmpje hieronder zie je hoe het er bij Beach handbal er aan toe gaat.
De posities
Bij handbal heb je verschillende posities, je hebt de hoeken die staan op de middellijn allebei in de hoek. Je hebt de linkeropbouw, die staat aan de linkerkant naast de linkerhoek. Aan de rechterkant heb je ook een opbouw, die staat aan de rechterkant naast de rechterhoek. In het midden staat de mid en je hebt ook nog een speciale mid, de midstoorder. In het doel staat de keeper, de keeper mag alleen maar in de cirkel blijven.